
Over het algemeen zijn de lente en de herfst de meest aangename periodes om naar China te reizen. De maanden oktober, april-mei en, in mindere mate, september zijn het populairst bij zowel Chinese als buitenlandse bezoekers. De temperaturen zijn vrijwel overal aangenaam, de regenval is relatief beperkt en de natuur biedt prachtige kleuren en vegetatie. Vermijd echter de nationale feestdagen, want grote steden en belangrijke toeristische plekken worden dan overspoeld.
Het moet gezegd worden: de winter is zeker niet de ideale periode om China te bezoeken. Het Noordoosten, Binnen-Mongolië, de Zijderoutes, Sichuan en het Tibetaanse plateau kennen extreem strenge winters – en ook de grote steden blijven niet gespaard. In Shanghai, het centrum, het zuiden en zuidwesten zijn de temperaturen weliswaar milder, maar de dagen zijn kort en het weer is soms somber. Toch is er een (welkome) keerzijde: in deze periode liggen de prijzen het laagst! Met uitzondering natuurlijk van het Chinese Nieuwjaar. Alles bij elkaar genomen is het beter om de winter te vermijden en te kiezen voor het late najaar of het vroege voorjaar.
China heeft ook te maken met een uitgesproken regenseizoen, dat sterker wordt naarmate je verder naar het zuiden reist. De zomer betekent namelijk moesson, vooral in de regio rond Shanghai, het centrum en het zuiden. De combinatie van hitte en vochtigheid kan soms verstikkend zijn. Daarom een tip: gevoelige zielen (voor benauwdheid) kunnen deze periode beter vermijden.